Het is een fenomeen dat elke mediator, maar ook elk ander mens kent. Er is ruzie, er worden nare dingen gezegd en je bent boos, bóós, boos! En je wilt dat die ander beseft dat hij FOUT zit. De ander zit fout en het is niet meer dan logisch dat je boos bent. En je wilt loyaliteit. Je hebt het nodig dat er mensen aan jouw kant staan, dat er meer zijn die zien dat de ander FOUT is. Dat er meer zijn die snappen dat jij niet anders kunt dan nu eindelijk eens terugslaan.
En dan komt dat moment: het goede gesprek. De buurman die aanbiedt te bemiddelen, de mediator of gewoon die ander die belt en vraagt om het uit te praten. Misschien neem je dat initiatief zelf wel.
Je gaat praten, je luistert, er wordt naar je geluisterd. Je krijgt een sorry, je geeft een sorry. Je snapt dat de ander het echt niet zo heeft bedoeld. Je snapt dat de ander ook machteloos was. En je bent opgelucht. Je geeft de ander een hand en maakt goede afspraken zodat jullie elkaar niet meer op die manier verkeerd zullen begrijpen. Blij en moe ga je naar huis.
En dan. Die nacht word je wakker. Het is 2 uur in de nacht en je bent boos, bóós, boos! Wat heeft die ander nou allemaal gezegd? Waarom moet jij al dat begrip maar tonen? Je hebt je moeder nog niet durven bellen dat het weer ‘goed’ is. Je weet dat ze gaat zeggen dat je over je hebt laten lopen. En je wordt zo verdrietig.
Van boosheid, naar verdriet, naar uiteindelijk vrede met de gesloten vrede. Wat is dat toch? Waarom krijgen mediators zo vaak een boze mail na een goede mediationbijeenkomst? Waarom voel je je soms zo rot na een goed gesprek?
Ik ben dit de ‘rouw om het eigen gelijk’ gaan noemen. Jij, en met jou een deel van je omgeving, bent je gelijk gaan koesteren. Je hebt er houvast aan gehad. En nu heb je het laten gaan. Je hebt het gelijk losgelaten. En je moet afscheid nemen. De rouwcirkel doet zijn werk, van ontkenning (Wat heb ik nou gedaan? Zie je nou wel dat ik in een hoek wordt gedwongen? Zie je wel dat ik gelijk had?), naar boosheid (op de mediator, op de ander, op jezelf), naar verdriet (om gemiste kansen, om al die tijd van boosheid, om de eenzaamheid die je hebt gevoeld) naar berusting en uiteindelijk naar blijdschap.
Tegenwoordig waarschuw ik mensen, na een intensieve mediation, dat ze in een soort van rouw kunnen komen. En dat dat niet erg is. Dat je gewoon de rouwcirkel dóór moet om daarna blij te kunnen zijn met het gesloten compromis. En vrede te kunnen hebben met de ontstane vrede.